Manti is een soort knoedel die vooral voorkomt in de Turkse keuken en de Centraal-Aziatische keuken, maar ook in West-Azië, de Zuid-Kaukasus en de Balkan. Manti is ook populair onder Chinese moslims en wordt geconsumeerd in de post-Sovjetlanden, waar het gerecht zich verspreidde vanuit de Centraal-Aziatische republieken.
Ingrediënten (4 personen)
Bereiding van het deeg:
Kneed de bloem met het ei en wat water tot een glad deeg. Bedek het deeg met een natte theedoek en laat het een half uurtje rusten op een warme plek. Verdeel het deeg in twee gelijke porties op een met bloem bestoven werkblad en rol het uit tot een dikte van 2 mm. Verdeel het uitgerolde deeg in vierkantjes van 3 cm.
Bereiding van het gehakt:
Snijd de ui in stukjes en bak dit samen met het gehakt in 2 eetlepels boter gaar. Breng op smaak met gehakte peterselie, zout en peper.
Bereiding van de manti:
Verdeel het vleesmengsel over de helft van de vierkantjes, maak de randjes vochtig met water en plak de andere helft van het deeg erop. Druk de randjes goed dicht! Kook de manti in zout water totdat ze naar de oppervlakte komen drijven. Pers knoflook uit boven de yoghurt met een beetje zout en klop dit goed door. Smelt 2 eetlepels boter en doe hier de rode peper of paprikapoeder bij. Laat de manti uitlekken en doe ze in borden. Giet hier de knoflookyoghurt over en dan een beetje van de gesmolten boter met rode peper.
